• Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Villi Asgeirsson

Drafting ideas...

  • Novels
  • Blog
  • Translations
  • Newsletter

watersnood

1953 – een kort verhaal

29 January 2021 by villia Leave a Comment

De exacte datum van de begrafenis kan ik mij niet meer herinneren. Ik was net acht jaar oud en begreep niet goed wat er gebeurd was. Ik hield mijn vader’s hand vast. Tranen zag ik nooit, maar ik denk dat ze wel stroomde ’s nachts, als ik hem niet zag. Voor mij probeerde hij altijd sterk te zijn.

Drie kisten lagen voor ons, naast de graven. De ene was groot genoeg voor mijn moeder, twee kleinere, voor mijn tweelingzus en voor lieve Tessa. Afgelopen november vierden we haar vijfde verjaardag. Mijn vader had mijn hand vast, net zoals hij die van Tessa vast had die nacht. Alleen, toen, was hij zijn greep verloren. Jaren later, als oude man op zijn sterfbed, zag ik zijn tranen. Zijn laatste woorden, ‘ik had haar vast moeten houden, ik had sterker moeten zijn’. Dat waren zijn laatste gedachten voordat hij deze aarde verliet. Hij heeft dit leven verlaten met tranen in zijn ogen.

Zaterdag 31 januari 1953 was een gewone dag. Storm werd verwacht, maar dat was niets bijzonders voor de tijd van het jaar. De donkere wolken zagen er stoer uit en we lachten erom. Beter niet buiten zijn als het gaat regenen, word je zeiknat. Onze buurman, oude Jan, was vrolijk en lachte toen hij de aardappelzak aan mij gaf. Kan je dit dragen, schat? Is best zwaar voor een klein meisje.

Ik ben niet klein, had ik duidelijk gemaakt, en hij gaf mij een knuffel. Groetjes aan je vader, zei hij.

De zak was wel zwaar en ik had moeite met fietsen over de dijk in de stevige wind, maar ik was het gewend. De zee was erg hoog en de golven kwamen tot bovenaan de dijk, en soms proefde ik zout in mijn mond. Vader was duidelijk geweest, snel terug naar huis komen. Het wordt een zware storm.

Mijn zusjes speelden rondom het huis toen ik thuis kwam. Ik gooide mijn fiets neer en ging achter hen aan. Moeder keek me aan, hoe vaak had ze nu gezegd dat ik netter met mijn fiets moest omgaan? Ik had daar geen tijd voor, Tessa rende gillend weg en verstopte zich bij de stallen. Ik vond haar en riep ‘boe!’ en ze lachte. Je kan me niet pakken, riep ze en rende weer weg. Ons pakken vond ze ook fantastisch en soms lieten we haar winnen.

De aardappelen waren gekookt en moeder stampte ze samen met de boerenkool in een grote pan. De geur van de worstjes ontsnapte naar buiten en we gingen naar binnen. Aan tafel waren we stil, alleen het geluid van de radio en het gezeur van de storm.

“Boven het noordelijke en westelijke deel van de Noordzee woedt een zware storm tussen noordwest en noord. Het stormveld breidt zich verder over de noordelijke en oostelijke Noordzee uit. Verwacht mag worden dat de storm de hele nacht zal voortduren. Daarom werden vanmiddag om half zes Rotterdam, Willemstad en Bergen op Zoom gewaarschuwd voor gevaarlijk hoogwater.”

Mijn vader leek bezorgd en moeder wilde ons zo snel mogelijk in bed stoppen. Rond acht uur lagen we er allemaal in.

Ik kon niet goed slapen. Het was pikkedonker toen de herrie me wakker maakte. De storm trok aan ons huis en ik maakte me zorgen over het dak. Ik probeerde weer te gaan slapen, maar buiten klapperde een deur. Waarschijnlijk bij de stallen. De koeien kunnen niet slapen met die herrie, dacht ik.

Ik ging mijn bed uit, vond de kerosine lamp van mijn vader en een lucifer. In de oranje gloed van de lamp zag ik hoe de regen als watervallen langs de ramen stroomde. Ik trok mijn laarzen aan en deed de voordeur open. De storm trok deze gelijk uit mijn handen. Ik zette de eerste stap naar buiten en de regen sloeg in mijn gezicht, alsof het ijskogels waren. De lamp werd gedoofd en ik stond weer in het donker.

Vechtend door de storm kwam ik bij de stallen. Ik kon bijna niks zien maar ik hoorde de koeien trekken aan de kettingen. Ze waren doodsbang. Ik ging naar binnen en aaide ze eventjes, probeerde ze tot rust te brengen. ‘Wat doe jij hier, schat?’ Mijn vader stond achter mij. ‘Ga naar binnen, probeer te slapen.’ Hij aaide over mijn natte hoofd en gaf me een kus op de kin. ‘Morgen is dit allemaal voorbij.’

Hij had gelijk. Ik moest naar bed. Ik ben naar buiten gegaan en liep richting het huis, maar ik was erg nieuwsgierig hoe de storm op de dijk eruit zag. Vader wordt boos, dacht ik, maar hij had de lamp aangekregen en was met de koeien bezig. Hij kon mij niet zien en als ik snel terug was en in bed, zou hij er niks van weten. Ik klom tegen de stijle zijwand van de dijk, achter ons huis op, en kwam bij het fietspad. Het was bijna onmogelijk om te staan. Ik spreidde mijn handen uit en schreeuwde tegen de wind. Dit was geweldig!

Een windvlaag gooide me tegen de grond en toen ik weer probeerde op te staan, kreeg ik een zware golf over me heen. Ik was zeiknat, zout in mijn mond en mijn ogen deden pijn. Ik probeerde weer op te staan, maar kon niet. Nog een golf spoelde over me heen en ik voelde de grond zakken. De dijk die ons en alle onze bezittingen beschermde, voelde als zand onder mijn lijf. In paniek probeerde ik weg te kruipen, richting de vuurtoren die in de verte nog wat licht straalde. De aarde zakte weg en de zee stroomde over me heen. Ik moest weg.

Kruipend voelde ik de grond wegspoelen achter me. Het lukte om op te staan en half struikelend rende ik zo snel als ik kon richting de vuurtoren. Ik draaide me om en zag hoe de dijk wegspoelde, hoe de zee het land op stroomde, hoe het huis onder water stond. Ik zag mijn vader rennen met de lamp, zag hem net op tijd binnen gaan, zag de ramen kapot gaan en water naar binnen stromen, zag de lamp op de bovenverdieping en het water hem inhalen, zag het licht richting zolder gaan en brokken huis weg spoelen.

Ik riep ‘papa!’, maar hij kon mij niet horen. Ik zag het licht doven, hoopte dat ze allemaal veilig op zolder zaten, dat de dijk mij zou beschermen. Door de storm heen kon ik de stem van mijn vader horen. Hij riep ons, alledrie de zusters, mijn moeder riep terug. Ik wilde niets liever dan terug naar het huis maar een oceaan stormde tussen mij en mijn familie.

De dijk zakte weer in en ik kroop verder weg, totdat ik hun stemmen niet meer kon horen.

Met grote dank aan Marcel Cornelissen. Hij zorgde ervoor dan mijn Nederlands leesbaar bleef.

De watersnood van 1953, meestal aangeduid als de Watersnoodramp, voltrok zich in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953. De ramp werd veroorzaakt door een stormvloed in combinatie met springtij, waarbij het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee tot extreme hoogte steeg.

Het aantal doden bedroeg 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van een Engelse veerboot en 28 in België. De ramp was aanleiding voor de ontwikkeling van een sterk verbeterde kustverdediging met zware stormvloedkeringen. Het meest ingrijpend zijn de Deltawerken in Nederland, terwijl in Engeland onder meer de Thames Barrier en een stormvloedkering in de rivier Hull zijn gebouwd.

Dit verhaal is niet gebaseerd op echte mensen, maar het is een verhaal dat had kunnen gebeuren en in vele vormen gebeurd is. Dit verhaal is een eerbetoon aan de mensen die zijn omgekomen en die familie en vrienden verloren hebben door de ramp.

Filed Under: Short Stories, Writing Tagged With: korte verhalen, moments, nederlands, short stories, short story, storm, watersnood

1953 – a short story

29 January 2021 by villia Leave a Comment

The exact date of the funeral escapes me. I was barely eight years old and couldn’t quite comprehend what had happened. I held my father’s hand. He didn’t cry, or he didn’t cry when I could see him. I am sure he did at night, after the lights were out. When I couldn’t see him.

Three coffins lay there, ready to be lowered into the ground. One the size of my mom, two smaller, one for my twin sister and finally, a smaller one for little Tessa. She turned five last November. My father held my hand and wouldn’t let go. Like he had held Tessa’s that night, only to lose the grip. Many years later, as he lay dying, he cried. Cried because he thought he should have been stronger that night. Cried because he should have done a bit more to save her.

Saturday 31st of January 1953 had been like any other. A storm was brewing, not unusual for this time of year. The dark clouds in the sky looked impressive, and we laughed about getting soaked if the rain came. Old Jan, our neighbour, was cheerful as he handed me the sack of potatoes my father had asked for. It was heavy and my bike was unstable in the wind as I rode across the dike, but it was nothing I wasn’t used to. The waves were crashing against the dike, and sometimes I could taste salt. Father had told me to be home quickly. The storm was getting worse.

My sisters were playing by the house as I arrived, and I immediately joined them. Tessa loved hide and seek, and especially if we shouted “boo” and ran away when she found us. She would do her best to catch us, and sometimes we let her.

The potatoes cooked, and our mom stamped them with kale. The smell of sausages escaped the house and as they called us, we went inside. We ate in silence, with the radio turned on.

“A heavy storm is raging above the northern and western part of the North Sea and is spreading eastwards. The storm is expected to last all night. Rotterdam, Willemstad and Bergen op Zoom have been warned of an unusually high tide.”

My father seemed worried, and my mother was eager to get us to bed as soon as possible. We we were all in bed by eight that night.

I didn’t sleep well. It was pitch dark as I woke up to the noise. The storm was tearing at our house and I feared the roof would come off. I tried to go back to sleep. A door was slamming outside, probably the stables. The cows couldn’t sleep if it wasn’t secured, I thought to myself. 

I got out of bed and went downstairs, found my father’s kerosene lamp and lit it. The orange glow revealed the rain as it streamed like waterfalls down the windows. I put on my boots and opened the front door. The wind immediately pulled it out of my hand. I stepped out into the storm, the rain like icy bullets on my face. The wind blew the lamp out and I was in darkness again.

Struggling through the storm, I got to the stables. It was so dark I couldn’t see much, but I heard the cows pulling at their chains. They were scared. I went inside and stroked them for a while. I think it calmed them a bit. ‘What are you doing here,’ my father said? I turned and saw him standing in the doorway. ‘Go inside, try to get some sleep.’ He stroked my head and kissed me on the cheek. ‘Tomorrow, this will all be over.’

He was right. I should go to bed. I went outside and closed the door behind me. I should try to sleep, I thought, but I really wanted to see what the storm looked like up on the dike. I looked back at the stables and saw my father through the window. He was attending the cow and couldn’t see me through the window, so I climbed the steep slope behind our house. As I came up to the top of the dike and onto the path I’d biked, I could hardly stand. A gust swept me off my feet and a wave washed over me. I was soaking wet, the taste of salt in my mouth and my eyes hurt. I tried to stand up, but I couldn’t. Another wave washed over me and I felt the ground under me crumble. The dike that protected us, everything we owned, seemed to turn into sand. I frantically crawled away and towards a distant light. The only thing that allowed me to see anything, the lighthouse we sometimes biked to. It was far away and I wouldn’t be able to reach it, but I had to get away as the ground crumbled beneath me. The wind tore at me and the waves crashed over the dike.

As I crawled, the ground gave way behind me. I got up on my feet and ran along the dike, hunched, or the wind would have taken me away. The sea rushed down into the yard and engulfed the house. In the near darkness, I saw my father run, windows break and the water reach the upper floor. I cried for papa, but he couldn’t hear me. There were screams. A light came on, but an instant later, everything was dark. I heard their voices through the storm, heard my father calling our names, Tessa’s, mine, my twin sister’s. I heard my mom calling our names. I wanted to go to the house, but there was a streaming ocean between us. The ground became soft under me and I frantically crawled further. Until I couldn’t hear their voices anymore.

The 1953 North Sea flood was the worst natural disaster in the Netherlands in the 20th century. The storm surge struck the Netherlands, north-west Belgium, England and Scotland in the night of 31 January and 1 February 1953.

In the Netherlands, 1,836 people lost their life, 307 in England, 28 in Belgium and 19 in Scotland. 230 people drowned at sea as boats, shipping vessels and ferries sank.

This story is fiction and not based on specific people, but it is typical for what would have happened and did happen that night. I dedicate it to all that lost their lives and their loved ones that survived and had to rebuild their lives after this disaster.

This story is the fourth installment in the Moments series.

Filed Under: Short Stories, Writing Tagged With: 1953, moments, short stories, watersnood

Primary Sidebar

Recent Posts

  • A New Novel – coming soon
  • Free. Worthless or priceless?
  • Translations? How? Why?
  • Paperback Writer – how to get them?
  • Happy New 2023!

Recent Comments

  • Iain CM Gray on Happy New 2023!
  • Verrader – een kort verhaal on A Traitor Lay Dying – a short story
  • villia on Is it possible?
  • Chris on Is it possible?
  • Reviews and indy authors | Villi Asgeirsson on Blood and Rain – novel published

Archives

  • May 2025
  • April 2025
  • April 2024
  • January 2023
  • December 2022
  • November 2022
  • June 2021
  • May 2021
  • April 2021
  • March 2021
  • February 2021
  • January 2021
  • January 2020
  • October 2019
  • January 2019
  • November 2018
  • September 2018
  • August 2017
  • March 2017
  • February 2017
  • September 2016
  • March 2016
  • January 2016
  • November 2015
  • October 2015
  • November 2014
  • September 2013
  • June 2013
  • May 2013
  • March 2013
  • February 2013
  • October 2012
  • September 2012
  • August 2012
  • July 2012

Categories

  • Blog
  • Film
  • Icelandic
  • Music
  • Novel
  • Personal
  • Politics
  • Promotions
  • Reviews
  • Short Stories
  • Social Media
  • Thoughts
  • Uncategorized
  • Website
  • Writing

Meta

  • Log in
  • Entries feed
  • Comments feed
  • WordPress.org

Novels

  • Newsletter
  • Novels
    • Blood and Rain
    • Under the Black Sand
  • Translations

Copyright © 2025 · Author Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

 

Loading Comments...