De verpleegster trok de gordijnen dicht. De oude man lag in het bed en ademde moeizaam. Het was gedaan met hem, dat was duidelijk. Twee weken eerder werd hij hierheen gebracht omdat er geen genezing meer mogelijk meer was op herstel. Normaal gesproken was het redelijk druk op de afdeling, veel visite, maar het was haar opgevallen dat hij geen enkel bezoek had gehad. Niemand kwam voor deze man. Zij organiseerde de ongelezen tijdschriften op een nette stapel en vulde zijn glas met water. Hij maakte een kleine beweging, keek haar aan en ze kwam dichterbij. ‘Ik moet je wat vertellen,’ fluisterde hij. ‘Ik moet een belijdenis maken.’
‘Een belijdenis, meneer? Ik ben geen priester.’
‘Het maakt niet uit.’ Hij had moeite met spreken en ze kon hem bijna niet verstaan. ‘Iemand moet dit horen voordat ik ga.’
Het was vroeg in het voorjaar van 1943. Marloes was een schat, en bakkersdochter. Achterin de bakkerij verpakte zij wat broodjes in een schoon doek en stapelde ze in haar fietsmand. Haar vader keek nerveus op zijn horloge. ‘Vijftien minuten.’ Zij gaf hem een kus op de wang, hing de mand aan haar fiets en was weg.
Het was niet ver van hier, de plek waar ze de vracht zouden droppen. Zij fietste langs het kanaal en over de dijk, totdat ze bij het veld stond. Het was fris en ze trok haar kraag tot over haar oren. Zij had dit vaker gedaan, maar elke keer kreeg ze het er koud van. Ongeacht het weer. In de verte hoorde ze de lage brom van vliegtuigmotoren. De kleine punt in de lucht werd groter en het geluid harder. Het vliegtuig was nu bijna direct boven haar hoofd en ze zag een pakket vallen, een parachute openen. Ze rende in de richting van het krat dat nu op de grond lag, deed hem open en pakte de inhoud in haar handen.
De wapens verstopte zij onder de broodjes. De boer zou de krat ophalen nadat zij weg was. Je kon het niet riskeren dat de Nazi’s deze zouden vinden.
Marloes fietste snel terug naar het dorp, langs een paar soldaten die naar haar knipoogde. Zij was bang voor ze, voelde de angst die alleen een jonge meid kon begrijpen. Een van hen floot en lachte naar haar, maar Marloes negeerde ze. Stel je voor dat ze wisten wat in de fietsmand lag. De soldaten flirten altijd met haar, knipoogden, en lieten duidelijk merken wat ze met haar wilden doen. Maar ze lieten haar met rust.
De oude windmolen stond aan de andere kant van het dorp. Marloes volgde het pad, legde haar fiets naast het hek, pakte de mand en liep rond naar de achterkant van de molen. Zij trok een oud luik open en legde de wapens neer. Iemand zou ze phalen wanneer het donker was.
Zij deed het luik dicht en draaide zich om. Vijf soldaten stonden achter haar, hun geweer in de aanslag. Ze vroegen, in het duits, wat zij aan het doen was. Wat kon zij zeggen? De mand viel op de grond.
‘Ik heb wat bloem nodig. Voor mijn vader, de bakkerij.’ Haar stem trilde en haar handen voelden ijskoud.
De soldaten bleven staan, hun geweren gericht op haar gezicht, terwijl de commandant het luik open deed. Hij bukte, pakte een brits pistool. Marloes deed haar ogen dicht. Hij liep langzaam achter haar langs, langs haar zijde, stopte recht voor haar. Richtte het britse pistool tussen haar ogen. Hij liet het pistool zakken, en aaide haar gezicht met zijn linkerhand. Voelde haar zachte huid, haar nek, haar borsten. ‘Wat zonde,’ zei hij met een glimlach.
De zuster zat naast de stervende man, luisterde naar zijn zwakke stem, zag hoeveel moeite hij had met ademen. ‘Zij is een paar maanden later gestorven, ergens in een kamp. Ik weet niet welk.’ De man probeerde te hoesten maar het lukte niet. ‘Niemand wist dat ik het was. Dat ik de verrader was.’ Hij hijgde, ademen ging erg moeilijk. ‘Ik dacht dat ik aan het helpen was. Ik geloofde in hun leugens. En Marloes. Ik hield van haar maar ze zag mij niet. Deed alsof ik niet bestond. Ik weet niet waarom ik haar heb verraden. Ik hield van haar.’
De zuster zei niks. Ze ging staan, opende de gordijnen en verliet de kamer. Van haar mocht hij alleen sterven.
‘Ik heb hier mee moeten leven,’ fluisterde hij toen de deur dicht ging.
Het aantal slachtoffers in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog is niet duidelijk, maar wordt geschat op rond de 300.000, waarvan ruim 100.000 Joden. Dit verhaal is voor jullie.
Dit verhaal is het tiende in de serie Moments en werd oorspronkelijk in het Engels op 12 maart gepubliceerd.